Waaruit bestaat asbest?
Wat zijn de bestanddelen van asbest?
Asbest komt van het Griekse ‘asbestos’, wat ‘onbrandbaar’ betekent en is eigenlijk een verzamelnaam voor natuurlijke mineralen die bestaan uit microscopisch kleine, naaldachtige vezels. Deze asbestvezels worden onderverdeeld in twee hoofdgroepen:
- Amfibolen of rechte vezels met een zeer lage oplosbaarheid in het longweefsel. Hieronder worden de gevaarlijke asbestsoorten geklasseerd, zoals amosiet (bruine), crocidoliet (blauw), anthophylliet (geel), tremoliet (grijs) en actinoliet (groen). Vooral de bruine en blauwe variant komen vaak voor.
- Serpentijnen of spiraalvormige vezels blijven iets minder lang in het longweefsel aanwezig maar dat maakt ze niet minder gevaarlijk. In deze groep vinden we onder andere chrysotiel (wit).
Het zijn vooral de bruine, blauwe en witte asbestvezels die destijds commercieel werden toegepast. Als je op basis van de kleuren wil uitmaken over welke type asbest het gaat, zal je dit moeten doen bij de ruwe vorm. Wanneer het materiaal al verwerkt is, zie je dit namelijk niet meer en moet je overgaan tot analyses in een labo.
Wat is het verschil tussen gebonden asbest en losse asbest?
Het gevaar van asbest hangt niet enkel af van de aard van haar bestanddelen maar vooral van de mate waarin deze vezels gebonden zijn met andere materialen en de staat van dit bindingsmateriaal. Risico’s ontstaan pas als materialen uiteenvallen in fijne vezels en deze zich verder verspreiden in de lucht. Er zijn drie categorieën van asbesthoudende materialen:
- Hechtgebonden of vast asbest: hieruit komen weinig tot geen vezels vrij als ze in goede staat zijn, mits je er zorgvuldig mee omspringt.
Voorbeelden: asbestcement, vloer- en wandafwerkingsmiddelen, bitumen- en roofingproducten, bloembakken, afvoerbuizen, pakkingen en dichtingen waarvan het bindmiddel bestaat uit cement, bitumen, kunststof of lijm, etc.
- Semi-hechtgebonden asbest: deze waren in oorsprong hechtgebonden maar zijn nu in slechte staat door veroudering, verwering of beschadiging aan het bindmiddel. De materialen zijn broos en breekbaar waardoor gemakkelijk asbestvezels vrijkomen. Semi-hechtgebonden asbest wordt als een hechtgebonden toepassing gezien wanneer er slechts twee categorieën worden onderscheiden.
Voorbeelden: asbestcementleien, golfplaten op daken, etc.
- Niet-hechtgebonden of los asbest: deze materialen zijn de gevaarlijkste want ze bevatten vezels die gemakkelijk vrijkomen.
Voorbeelden: isolatiematerialen, asbestpapier, etc.
© OVAM